2. Spelletjes om je skills te testen!
Spelkaart 1 – Bal uit de cirkel duwen (Test)
Doel
Je robot leert gericht sturen en duwen.
Benodigd
Tape voor een cirkel, zachte bal, robot.
Opdracht
Maak met tape een cirkel op de grond, net iets groter dan de bal zelf.
Leg de bal in het midden van die cirkel.
Programmeer je robot zo dat hij de bal uit de cirkel duwt.
Tips
Rijd langzaam. Test vaak. Verander kleine stukjes in je code.
Spelkaart 2 – Wie is het snelst? (Toernooi)
Doel
Je ontdekt hoe je je robot sneller en slimmer maakt.
Benodigd
Twee cirkels, twee ballen, twee robots. (kan ook met één bal in een cirkel)
Opdracht
Twee robots starten tegelijk.
Wie duwt als eerste de bal uit de cirkel?
Raakt de robot de cirkel, dan is die ronde ongeldig.
Extra uitdaging
Robots moeten eerst een draai maken. Of alleen op halve snelheid.
Spelkaart 3 – op missie: Object oppakken met servo
Doel
Je leert de servo gebruiken om iets op te tillen.
Benodigd
Robot met servo en haak, klein object (blokje, lus), startlijn.
Opdracht
Laat je robot naar het object rijden, plek A.
Gebruik de servo om het object op te tillen.
Rijd terug naar de start.
Zet met de servo het object neer.
Tip
Gebruik bij de servo twee standen: 0° = omlaag, 100° = omhoog.
Gebruik onderstaand voorbeeld om de servo in jouw programma te verwerken.
Uitbreiding
Plaats meerdere objecten. Wie haalt er in 10 minuten de meeste op?
Spelkaart 4 – Doolhof programmeren
Deel 1: Eenvoudig doolhof (altijd rechts of altijd links)
Doel
Je leert een vaste route volgen met duidelijke stappen met behulp van de afstandsensor.
Benodigd
Doolhof opgezet met planken, robot.
Opdracht
Kies: altijd rechtsom of altijd linksom.
Programmeer de robot met vaste stappen:
vooruit → draai → vooruitTest tot de robot het doolhof uit komt.
Tip
Werk in blokjes: elke bocht is een stukje code.